Het lijkt alsof de accountancysector in een soort AI-opwinding is beland. Softwareleveranciers rollen over elkaar heen om “AI-first experiences” te lanceren, adviesbureaus publiceren visies die vooral klinken als groeiplannen, en kantoren beloven dat AI het werk structureel goedkoper, sneller en efficiënter gaat maken. De verleiding is groot om mee te gaan in dat narratief: AI als kans om marges te vergroten, processen te automatiseren en nieuwe proposities te lanceren.
Maar wie de sector goed kent, voelt dat dit beeld te smal is. De accountancy draait niet om tooling, maar om vertrouwen. Niet om snelheid, maar om zorgvuldigheid. Niet om commerciële innovatie, maar om maatschappelijke betrouwbaarheid. En vooral: om cliënten die begrijpen en voelen wat er gebeurt wanneer delen van de besluitvorming worden overgenomen door algoritmes.
Mijn visie is dat AI voor de brede accountancysector pas waarde krijgt als we ophouden te denken dat AI iets is waarmee je geld verdient, en beginnen te vragen wat AI betekent voor de relatie tussen accountants, ondernemers en de stakeholders die afhankelijk zijn van onze informatie. Dat geldt voor samenstellers, voor controleurs én voor adviseurs.
AI verandert niet alleen de controlepraktijk, maar ook de samenstelpraktijk
Waar in audits AI vooral schuurt tegen controletechniek en oordeelvorming, verandert AI het samenstelwerk op een ander niveau. Veel samenstelpraktijken zien AI als kans om de administratieve verwerking efficiënter te maken. Dat is begrijpelijk, maar de belangrijkste vraag is niet hoe snel de aangifte of jaarrekening kan worden samengesteld. De vraag is of ondernemers begrijpen hoe die cijfers tot stand komen, wie verantwoordelijk is voor die verwerking, en wat dat doet met hun eigen financiële discipline.
AI kan boekingen doen, kosten rubriceren, rekening-couranten analyseren en inconsistenties signaleren. Maar de kern van samenstelwerk — het duiden, het bespreken, het helpen begrijpen van de cijfers — blijft een menselijke rol. Ondernemers willen geen black-box jaarrekening. Ze willen weten wat hun cijfers betekenen. En ze verwachten dat hun accountant hen helpt om door het ruis heen te kijken. Dat wordt belangrijker, niet minder.
De samensteller van de toekomst is dus niet degene die “sneller afsluit”, maar degene die de vertaalslag maakt tussen AI-gedreven signalen en begrijpelijke inzichten. De sector onderschat dit: AI maakt de uitleg belangrijker dan de verwerking.
De adviespraktijk: minder PowerPoint, meer verantwoording
In de advieshoek lijkt AI vooral een commercieel vehikel te worden. Alles wordt “AI-advisory”, “AI-transformation” of “AI-powered strategy”. Maar de essentie van de adviesrol verandert door AI op een subtielere manier. Niet door de snelheid of de omvang van de analyse, maar door de verantwoordelijkheid die je neemt wanneer je AI inzet als onderbouwing van financiële, fiscale of strategische keuzes.
Cliënten vertrouwen op ons omdat wij context begrijpen. AI begrijpt geen context. Modellen zien patronen, maar geen gevolgen. Adviseurs moeten zich opnieuw afvragen: welke analyses kun je met AI doen, maar vooral: welke conclusies mag je níet trekken zonder menselijke duiding? De adviespraktijk staat op een spannend kruispunt. Er is een risico dat consultancy zich laat meeslepen door technologie die vooral “nieuw” is. Terwijl ondernemers, mkb-directeuren en bestuurders vooral behoefte hebben aan iemand die uitlegt wat verstandig is — niet wat technisch mogelijk is.
De adviesrol gaat dus minder over technologie verkopen en meer over een kompas bieden in een wereld die technischer wordt.
De sector wordt overspoeld door commerciële AI-beloftes — en dat is een risico
Wat de afgelopen maanden duidelijk werd, is dat de AI-dynamiek rondom onze sector steeds meer wordt gedreven door softwarebedrijven, consultants, investeerders en marketingteams. Het lijkt soms alsof AI een goudkoorts is. Iedereen rent. Iedereen belooft. Iedereen claimt dat de toekomst bij hen begint.
Maar dat is precies het moment waarop wij als beroepsgroep moeten vertragen.
Het is naïef om te denken dat AI als technologie neutraal is. AI wordt voor een groot deel gepositioneerd door partijen die er direct aan verdienen. Dat is op zichzelf niet verkeerd — innovatie moet ontstaan — maar het verandert wél het gesprek. Het risico is dat accountants worden meegesleurd in het tempo van softwarebedrijven, terwijl zij werken in een beroep waar vertrouwen en zorgvuldigheid belangrijker zijn dan snelheid.
De sector moet zichzelf de vraag durven stellen: gaan we AI inzetten omdat het kan, of omdat het past bij onze maatschappelijke rol?
Hebben we eigenlijk wel gevraagd wat ondernemers van AI vinden?
Een opvallend punt in de huidige AI-discussie is dat cliënten nauwelijks worden gehoord. Wat willen ondernemers eigenlijk? Willen ze een black-box jaarrekening? Willen ze dat kritisch fiscaal advies door een model wordt wygemaakt? Willen ze dat hun auditproces volledig geautomatiseerd wordt — of willen ze nog steeds dat een mens uitlegt wat risico’s betekenen?
De discussie gaat vooral over wat de sector wil. Of wat softwareleveranciers willen. Of wat politiek en toezichthouders willen. Maar veel te weinig over wat ondernemers, maatschappelijk stakeholders en gebruikers van rapportages verwachten. Transparantie, uitlegbaarheid, menselijke duiding en onafhankelijkheid lijken veel relevantere waarden dan pure snelheid.
Voordat we AI grootschalig inbedden, moeten we niet alleen investeren in modellen, maar in gesprekken. Met ondernemers. Met Raden van Toezicht. Met maatschappelijke spelers. Met iedereen die afhankelijk is van de betrouwbaarheid van ons werk.
De opdracht voor de brede accountancy: minder hype, meer ontwerp
De kern van mijn visie blijft daarom deze: AI vraagt in onze sector niet om acceleratie, maar om architectuur. Niet om efficiëntere processen, maar om een herbezinning op onze maatschappelijke functie. De accountancy moet zichzelf opnieuw ontwerpen als vak waar AI een hulpmiddel is, maar menselijk inzicht en menselijke verantwoordelijkheid leidend blijven.
Dat geldt voor samenstellers die ondernemers door hun cijfers heen helpen. Voor controleurs die signalen duiden in plaats van alleen transacties tellen. Voor adviseurs die richting geven in een wereld vol ruis. En voor de sector als geheel, die moet beseffen dat AI geen inkomstenmodel is, maar een verantwoordelijkheid.
Als we die verantwoordelijkheid serieus nemen, komt de vraag waar het écht om draait automatisch naar boven: niet wat kan AI, maar wat willen wij met AI? En welke waarden willen wij bewaken, juist nu technologie meer kan dan wij kunnen volgen?
AI vraagt niet om snelheid, maar om richting. En die richting moeten wij als beroepsgroep zélf bepalen — niet de technologie, niet de softwareleveranciers, en niet de markt.