Ik ervaar het als een hele kunst om een negatieve mening te formuleren die positief wordt ontvangen en waar dan een positieve actie uitkomt die breder wordt gedragen. Ik heb al een paar keer ervaren dat het doorlopen van een meningenproces uitdagend is. Soms vlieg je wel eens uit de bocht. Het is dan even wat het is.
Het is overigens niet zo dat ik voorstander ben van het ventileren van ‘de mening om de mening’. Ik kan wel lachen om (voorspelbare) meningen en genieten van uitwisseling van meningen tussen de vaste ‘huistafelgenoten’; soms heel scherp, maar nooit over het randje.
Ik heb op dit moment een mening over het gebrek aan samenwerking in onze sector rondom innovatie en kennisdeling in de audit. Daar heb ik al heel lang een mening over, ongeveer net zo lang als de leeftijd van mijn dochter en die wordt in oktober twaalf jaar. Twaalf jaar geleden ben ik ook gestopt als aanjager van #TUACC, een beweging gericht op verbinding, samenwerking, kennisdeling en innovatie. Â Een prachtige reis in mijn professionele leven, een reis die ruim drie jaar heeft geduurd en waarin ik mooie vriendschappen heb opgebouwd.
Er is bijna geen kantoor in Nederland dat iets met data, technologie of innovatie doet waarvan ik de eigenaar, oprichter of managing partner niet ken. Er zijn talloze softwareondernemers waarmee ik de afgelopen jaren een warm contact heb onderhouden of kleine pilots mee heb gedaan. Inmiddels hebben we een gereedschapskist vol mooie ervaringen.
Eén van de redenen dat ik ben gestopt ben met Tuacc, was dat ik merkte overal een mening over te hebben en die was niet altijd even positief. Het aantal thema’s was ook dermate complex ( we praten er immers vandaag de dag nog steeds over), dat het alleen hebben van een mening, maar geen oplossing, erg frustreert.
Om de kunst van het balanceren te bewaken tussen positieve energie en negatieve energie, moet je soms ergens mee stoppen of ergens bewust niet meer aan meedoen. Zo ook met Tuacc en zo ook met menig intern project in mijn eigen clubje, dan wel nieuwe initiatieven waarvoor ik word benaderd. Je stapt zo maar weer ergens enthousiast in, om snel te ontdekken dat het niets oplevert.
Samenwerken tussen kantoren, rondom next step in auditing, inzet nieuwe technologie, kennisdeling, is onze sector is erg lastig, maar hoog noodzakelijk. Althans dat dacht ik altijd. Op een of andere manier bleef de wens om daar een (verbindende) rol in te spelen als een nat pak aan mij plakken. Alleen ga je sneller, samen komen we verder.
Ik weet echter niet meer hoe realistisch een samenwerking is, in de huidige context van een zeer krappe arbeidsmarkt, een busy season van twaalf maanden en continue (noodzakelijke) focus op kwaliteit en thema’s als fraude en continuïteit en verschuivend toezicht. Om maar een paar uitdagingen te noemen. Iedereen heeft zijn eigen sores, wij ook.
Los hiervan moet er een klimaat zijn van vertrouwen en échte wil tot samenwerking in de sector. Er moet een ketenregisseur zijn. Deze setting is er bij een aantal samenwerkende kantoren in het land zeker, niet per se rondom technologie, maar wel rondom ontwikkeling van kwaliteits-, compliance en HRM-beleid. Ontzettend mooi om te zien!
Concurrentie, commerciële belangen e.d. spelen een rol rondom samenwerking bij uitwerken van technologische vraagstukken en kunnen een klimaat van vertrouwen flink in de weg zitten. Dan heb ik het overigens nog steeds niet over geld gehad, veel geld, het uitgaande geldverkeer. Mijn vrienden van EY Global gaan 1 miljard USD investeren in nieuwe technologie. Dat zijn budgetten, daar kunnen tweehonderdenvijftig niet-oob-kantoren samen nog niet tegenop. Moeten ze wel eerst een adviespraktijk verkopen, maar dat gaat vast lukken.
Voor nu is mijn beleving dat diepgaande samenwerking, het samen ontwikkelen van een next generation smart audit platform, dat elk kantoor individueel kan uitrollen, met hierin de nieuwste controletechnologie (data-analyse, machine learning, kunstmatige intelligentie), er niet komt. Zo’n platform zou overigens niet stand alone kunnen worden ontwikkeld, zonder integratie en afstemming met opleiders, toezichthouders, wetenschap en beroepenveld, om succesvol te worden. En uiteraard moeten de ‘lessons learned’ van old school data-analyse en statistiek worden meegenomen.
Ik voorzie dat de big four met enorme budgetten wereldwijd de leiding gaan nemen in het ontwikkelen van wat we maar noemen ‘next generation audit technology’, hoogst waarschijnlijk in samenwerking met een aantal wereldwijd opererende technologiebedrijven, denk aan Amazon. En misschien is dat ook goed en is dat wat het is, wat betreft innovatie in onze sector voor de komende tien jaar. We zien tegen die tijd wel in welke treincoupé nog gesprongen kan worden. Er zijn nog genoeg andere thema’s om energie in te stoppen.
Voor mij persoonlijk wordt dat ‘iets’ rondom thema duurzaamheid. Hoewel ik af en toe verbijsterd ben over de ‘hoog-over’ claims, recent nog over ‘onze rol’ in het terugdringen van de ontbossing in de Amazone, is onze rol in het duurzaamheidsdomein denk ik cruciaal. Helemaal overtuigd ben ik nog niet of die rol via de weg van protocollen en beperkte zekerheid moet, vandaar ook ‘iets’.
Persoonlijk zie ik het vraagstuk van greenwashing als een groter maatschappelijk probleem dan een bewust geplande fraude. Wellicht is het dat ik op de rand van de stap naar vijftig sta, maar het is een domein, al is het voor mijn kinderen en alle generaties nadien, waar ik nog een bijdrage aan wil leveren.
Maar dat is maar een mening. En iedereen mag zijn mening wat mij betreft hebben. Dat laatste zal de door iedereen zeer gewaardeerde en gerespecteerde Jan Weezenberg ook hebben gevonden. Een man met een missie, een man met een mening. Ik ga hem hier missen.