Weet je het nog? Je arriveerde op het vliegveld, liep fluitend naar de gate, zwaaide familie uit en stapte het vliegtuig in. Spannendste onderdeel? Of het reisbureau je papieren ticket op tijd had bezorgd.
Nu begint de ‘reis’ al met keuzestress: welk ticket, welke prijs, welke stoel, met of zonder bagage, met of zonder prioriteit, maaltijd ja of nee? Je begint optimistisch met een ticket van € 599 en eindigt ergens boven de € 1.200.
Dan eindelijk: geboekt en betaald. Of toch niet, want de website loopt vast. “Ticket niet uitgegeven”, zegt de app. Dus je belt. Eerst door drie rondjes met een AI-chatbot, dat lukt uiteraard niet, dan een halfuur in de wacht bij een callcenter, waar iemand met hoorbaar weinig zin je probeert te helpen.
Na de nodige frustratie belanden je tickets eindelijk in de app. Op naar de volgende horde. Reis je naar een land met ESTA- of andere visumverplichtingen? Bereid je voor op ellenlange formulieren en bizarre vragen. Meisjesnaam van je moeder? Check. Alles ingevuld? Dan volgen de spammails: huurauto’s, hotels en een boom planten om je COâ‚‚-uitstoot te compenseren.
Dan mag je inchecken. Of niet, want de app meldt doodleuk: “Inchecken niet beschikbaar.” Na een paar pogingen lukt het toch en die elektronische boardingpass verdwijnt veilig in je wallet op je telefoon.
Eenmaal op het vliegveld begint de strijd met zelfservice drop-off-apparaten. Paspoort scannen? Check. Label printen? Half scheef. Label op de koffer plakken? Drama. En als je denkt dat je klaar bent, weigert de scanner je boardingpass. Hulp nodig? Natuurlijk.
Door naar de security. Gelukkig gaat dat tegenwoordig soepeler. Geen schoenen uit, geen laptop eruit en je bent er zo doorheen. Een verademing. Complimenten aan Schiphol. Maar bij de gate begint het volgende circus: boarden. Niemand houdt zich aan de regels, je handbagagekoffer wordt bruut afgepakt, iedereen dringt en na eindeloos wachten zit je eindelijk in je stoel.
Dan de vlucht zelf. Eerst een uur wachten omdat je slottijd is ingetrokken. Daarna erger je je aan passagiers die bellen tijdens het opstijgen – regels zijn er niet voor niets, toch? Je hebt overigens mazzel als je na een uur vertrekt. Dit jaar al meegemaakt dat het complete navigatiesysteem moest worden vervangen. Zit je toch mooi vier uur extra te wachten in een te koud of te warm vliegtuig. Belangrijk stukje techniek.
Vlieg je met KLM, dan krijg je een bruine boterham met kaas. Bij een budgetmaatschappij betaal je € 20 voor een klef broodje en slappe koffie.
Bij de landing lijkt het einde in zicht. Het uitstappen gaat net zo efficiënt als het instappen. Niet dus. Was dat het? Nee, met een tussenstop mag je opnieuw door de security. Net gewend aan de soepelheid van Schiphol, vergeet je alle spullen eruit te halen. Stress alom, maar uiteindelijk vertrek je voor de volgende vlucht.
Eindelijk aangekomen. Maar dan komt je koffer niet. Naar de helpdesk, formulier invullen, hopen op het beste. Na een noodpakket met een schone onderbroek en tandenborstel val je uitgeput in slaap. De volgende ochtend belt de airline: je koffer is onderweg. Hoera, de reis is eindelijk écht afgerond.
Terug naar het auditproces
Auditen is als vliegen: het proces zit vol vertragingen, uitval, checks & balances, hulpvragen en menselijke emotie en escalaties. Technologie faalt soms, mensen maken fouten, maar uiteindelijk kom je veilig aan. Misschien niet zonder frustratie, maar wel met het vertrouwen dat je alle turbulentie hebt overwonnen.
Nu de hamvraag; gaat dit ooit veranderen, wordt het auditproces ooit slimmer, wordt vliegen ooit leuk?
Vrolijke feestdagen en tot een AI-driven auditjaar 2025, ik kan niet wachten, wellicht vliegt er iets moois voorbij volgend jaar.