Ik krijg prachtige, in stijl opgemaakte presentaties in mijn mailbox, met ongevraagde biedingen op de winkel, dan wel ontvang ik spontane hulp om de winkel te verkopen. Allemaal zeer gewaardeerd. Tekenen bij het kruisje. Ons winkeltje is niet zo groot. Sterker nog, we zijn een boetiek van nog geen vijfendertig gedreven accountants (in opleiding) en dataliefhebbers.
Collega-kantoren, private equity (PE), de markt is er maar druk mee. Twee ontwikkelingen die naast elkaar lopen en soms gaan ze zelfs hand-in-hand. De uitgerolde PE-strategie is zo simpel, dat het bijna te mooi is om waar te zijn. Koop een kruiwagen vol (kleinere) kantoren, gooi er een Excel-sausje over, plak er een logo op en je hebt een ‘groot kantoor’. Daar komt dan over een aantal jaren, althans dat is de verwachting, weer een multiplier overheen voor een sprankelende exit. De PE-clubs zitten er natuurlijk niet ‘voor altijd’ in.
Bij elk persbericht dat een collega-kantoor een ander collega-kantoor heeft overgenomen, rollen de tranen over mijn wangen (van het lachen), bij het lezen van deze (bijna allemaal dezelfde) berichten. Hoog Buurman & Buurman-gehalte. De bestuurders zijn allemaal van mening dat één plus één gelijk is aan vijf. Er wordt van alles opgelost, de schaarste in de arbeidsmarkt verdwijnt als sneeuw voor zon, betere visie en keuze in investeringen in technologie en de kwaliteit van dienstverlening gaat vooruit. Na het zoveelste gezellige ‘we gaan het samen doen’-overleg (ik ken het), ga je natuurlijk ook echt in geloven in die rekenformule. Ik begrijp dat wel.
Waar sommigen zich minder en anderen zich juist weer heel duidelijk over uitspreken, is de vraag of de verschijning van private equity in een uitdagend accountantslandschap wel iets goeds is. Ik denk het niet. Ik zie PE goede dingen doen in sectoren (en bij mijn cliënten) waar ruimte is voor operationele en financiële optimalisatie, waar ruimte is voor marge- en winstmaximalisatie en het ‘aan elkaar rijgen van kralen’ ook echt kan werken.
In een sector die al jaren worstelt met een kwaliteitsvraagstuk, waar we moeite hebben jonge mensen te boeien en te binden, waar we een ongelofelijk lerend beroep moeten zijn en fouten moeten durven maken, daar is niet heel veel ruimte meer voor focus op rendement, marges en urenproductie.
Dat PE ook gaat ‘investeren in technologie’ zal ongetwijfeld, maar ik ken geen kantoor dat uit eigen middelen geen ruimte zou hebben om dit nu al te doen. Dat dit niet gebeurt heeft te maken met (andere) keuzes in de partnerkamer.
Ik geloof niet in PE, ik geloof ook niet in groter, grootst en extra groot. Het is goed dat er keuzes zijn, het is goed dat de big four er is, elke omvang heeft zijn voor- en nadelen. Ik heb een prachtige tijd gehad bij een big four, inclusief een geweldige tijd in onder andere de VS en het VK. Hou je van groot, dan is er nu voldoende keuze; hou je van kleiner, kleinst, ook daar (was) keuze.
Maar biased als ik nu ben, geloof ik zelf helemaal in small is the new beautiful. Ik geloof ook niet in Buurman & Buurman gezellig ‘samen’ dingen doen. De rekenformule gaat niet werken. Overal zie ik dat klein, flexibel, lokaal, beter werkt. Mijn favoriete restaurants zijn klein, mijn échte vriendenkring is klein, mijn favoriete hotel is klein, mijn fietsenwinkel is klein, de wijnwinkel is klein. Overal spat het ambacht en vakmanschap ervan af en dat is wat ons beroep ook zo mooi maakt: Het ambachtschap gekoppeld aan vakmanschap!
Een ander prachtig voorbeeld is De School waar mijn kinderen op zaten. Klein, veilig, met op maat onderwijs en aandacht voor kinderen. Een school met eigen filosofie, een eigen geluid en ook dat maakt je juist onderscheidend.
Er zijn zoveel mooie kleinere kantoren, allemaal met een eigen kleur, eigen DNA, een eigen geluid en focus op het ambacht.  Het zou doodzonde zijn als dit allemaal opgaat in de grijze massa, in de anonimiteit waar cliënten en werknemers een nummer zijn.
Ik weet het, de consolidatieslag zal nog wel even doorgaan. Een niet te stoppen fenomeen, zakken met geld gaan over en weer, maar over tien jaar voorspel ik een grote deconsolidatie. Dan komt het besef weer dat het ‘zelf doen’, samen met een kleiner team, in een kleinere omgeving, de beste optie is. Een omgeving waarin je je eigen koers vaart, zelf beslissingen neemt, wendbaar en flexibel bent. Dan zal ook duidelijk zijn dat de rekensom niet werkt.