Prinsjesdag 2024

23-09-2024 Redactie Nieuws

Op Prinsjesdag, de derde dinsdag van september, is het Belastingplan 2025 gepresenteerd. Het Belastingplan 2025 streeft naar evenwichtigere inkomensverdeling en gezonde overheidsfinanciën.
Wat komt er daartoe op ons af? Een overzicht van de meest in het oog springende maatregelen.

Omzetbelasting

Afschaffen verlaagd btw-tarief culturele goederen en diensten – uitgezonderd bioscopen en dagrecreatie (2026)

De meeste aandacht trekt ongetwijfeld de plannen om met ingang van het jaar 2026 het 9%-tarief voor ‘culturele goederen en diensten’ te verhogen naar 21%. Potentieel komen daarvoor de onderstaande prestaties in aanmerking:

  • de invoer van kunstvoorwerpen en antiek en de levering (door de maker of diens rechtverkrijgende) van kunstvoorwerpen
  • de levering van boeken (inclusief e-books), dagbladen, weekbladen, tijdschriften en bepaalde andere periodieken
  • (ook online) alsook het uitlenen van boeken (bibliotheken)
  • kermissen en optredens van uitvoerende kunstenaars
  • verlenen van toegang tot
    • Circussen
    • Musea (inclusief nauw samenhangende leveringen van catalogi, foto’s, fotokopieën, etc.)
    • Muziek- en toneeluitvoeringen en lezingen
    • Sportwedstrijden, sportdemonstraties en dergelijke

Duidelijk is dat de voorgenomen tariefverhoging niet zit op bioscopen, attractieparken, dierentuinen, speel- en siertuinen en andere dagrecreatie. Hiervoor moet het 9%-tarief blijven gelden.

Afschaffen verlaagd btw-tarief logies – uitgezonderd kampeerterreinen (2026)

Ook voor het verstrekken van logies binnen het kader van het hotel-, pension- en vakantiebestedingsbedrijf (short stay), thans belast met het verlaagde btw-tarief van 9% bestaat het voornemen hat tarief met ingang van 2026 te verhogen naar 21%.
Naast hotels en de verhuur van vakantiewoningen raakt dit mogelijk ook uitzendbureaus wanneer die buitenlandse uitzendkrachten huisvesten (short-stay) tegen inhouding op het loon.

Vennootschapsbelasting

Voor het bedrijfsleven springt met name de beperking in de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting in het oog.

Daarnaast spelen meer technische onderwerpen. Hiermee heeft u mogelijk minder snel te maken. Het gaat om onderwerpen als:

  • het terugdraaien van het afschaffen van de inkoopfaciliteit eigen aandelen (geen heffing van de eerder voorgestelde dividendbelasting),
  • renteaftrekbeperking voor ondernemingen met hoge rentelasten (verhoging van de drempel van 20% naar 25% van de fiscale EBITDA), en
  • maatregelen op het gebied van ‘GAAR’ (General Anti-Avoidance Rule) en ‘ATAD’ (Anti-Tax Avoidance Directive) ter voorkoming van het ontgaan van belastingen.

Particulieren in de sfeer van de inkomstenbelasting

In Box 1, de box voor werk in inkomen, wordt de MKB- winstvrijstelling voor winst uit onderneming van 13,31% naar 12,7% verlaagd.
De fiscale behandeling van de eigen woning (hypotheekrenteaftrek en eigenwoningforfait) blijft ongewijzigd, en met de invoering van een derde belastingschijf wordt beoogd middeninkomens (minder belasting voor het eerste deel van het inkomen) lager te belasten.

Bij Box 2, de box van de directeur-grootaandeelhouder met inkomen uit aanmerkelijk belang, wordt het tarief in de tweede schijf velaagd van 33% naar 31% in 2025. Dividenduitkering uit uw BV voor meer dan € 67.804 worden tegen dit tarief belast. Bij het ‘opstaptarief’ tot € 67.804 blijft het belastingtarief op 24,5% gehandhaafd.

In het Hoofdlijnenakkoord was aangekondigd dat het Box 3-tarief omlaag zou gaan, zonder te vermelden tot welk percentage. Het huidige percentage blijft dan ook de voor 2024 geldende 36%.
Box 3 ziet op inkomsten uit sparen en beleggen. Op dit moment liggen er bezwaarprocedures tegen het forfaitiare rendement dat de Belastingdienst hanteert voor de belasting van deze inkomsten omdat de werkelijke rendementen in de afgelopen jaren (soms aanzienlijk) lager uitvielen. Om de belastingaanslagen daartoe gelegenheid tot rechtsherstel te bieden, komt er een tegenbewijsregeling voor box 3-belastingplichtigen. Belastingplichtigen kunnen daartoe vanaf medio 2025 over hun gehele vermogen het werkelijk rendement opgeven via het formulier ‘Opgaaf Werkelijk Rendement’. Dit formulier wordt gezien als een verzoek tot ambtshalve vermindering. Tussen half oktober en half november 2024 ontvangen de betreffende belastingplichtigen een informatiebrief.

Daarnaast wordt de doelgroep die in aanmerking komt voor rechtsherstel, en dus gebruik kan maken van de tegenbewijsregeling voor box 3, verruimd. Ook degenen van wie de desbetreffende aanslag op 6 juni 2024 al wel onherroepelijk vaststond, maar op 24 december 2021 nog niet, komen hiervoor in aanmerking. Als voorwaarde geldt hierbij wel dat een verzoek tot ambtshalve vermindering binnen de vijfjaarstermijn wordt gedaan.

Overdrachtsbelasting

In de overdrachtsbepasting valt te melden dat het algemeen tarief van de overdrachtsbelasting voor woningen wordt verlaagd naar 8%.

Tot slot nog even over de auto.

De korting op de motorrijtuigenbelasting voor emissievrije personenauto’s bedraagt vanaf 2025 75 procent. Vanaf 2026 is de korting 25 procent en vervalt vanaf 2030. Voor plug-in hybride auto’s wordt de specifieke tarieftabel niet gehandhaafd. De Bpm wordt derhalve hetzelfde berekend als voor andere personenauto’s.

En voor de ‘gewone’ auto’s: de accijnstarieven voor ongelode benzine, diesel en LPG uit 2024 worden ook in 2025 gehandhaafd.

No user image
Geschreven door:

Redactie