Accountant zijn in de sport is een ontzettend boeiende rol. Op een gegeven moment ben je verantwoordelijk voor de controle van bijna vijftien sportbonden en -organisaties. Op een locatie zoals De Weerelt gonsen de Nederlandse (top)sportambities door de gangen van dit inspirerende pand waar een aantal sportorganisaties zijn gevestigd.
Na de Olympische spelen 2012  heb ik contact gezocht met de Nederlandse Volleybalbond,  Nevobo met de vraag of wij als Coney Minds niet iets met beachvolleybal in Nederland kunnen doen. De energie en gedrevenheid rondom het beachvolleybal in Londen inspireerde mij enorm. Volle tribunes, hoog entertainmentgehalte, topprestaties en veel ambitie. Het leek mij geweldig om iets kleins bij te kunnen dragen aan de groei van die sport in Nederland. Tegelijkertijd was ik benieuwd naar wat het betekent om accountant te worden in de sportwereld.
We hebben ons in 2014 verbonden als sponsor aan het Beach Volleybal Circuit, zijn stap voor stap in contact gekomen met sporters, trainers en bestuurders in de sport en zijn accountant geworden van Nevobo. Met de komst van de ViO (Verordening Onafhankelijkheid) hebben we onze sponsoractiviteiten rondom Nevobo (helaas) moeten staken.
Gelukkig hebben we nog jaren individuele beachvolleyballers kunnen ondersteunen en hebben we geholpen met de realisatie van beachvolleyballocatie in Nesselande: Beachclub Rotterdam. Prachtige locatie, mooi initiatief, mooi om als Coney Minds daaraan bij te kunnen dragen.
Nu bijna tien jaar actief als accountant in de sport, kan ik wel zeggen dat de sportsector ongelofelijk uitdagend, spannend, en tegelijkertijd, heel mooi is. Een sector waar mensen met passie voor hun sport werken, waar enorme uitdagingen liggen op maatschappelijk vlak, op het financiële domein en de inrichting van een effectieve interne (beheersings) organisatie.
Deze thema’s staan naast de sportieve, vaak olympische, ambities die in samenwerking met NOC*NSF continu moeten worden vertaald naar het organiseren en deelnemen aan nationale, Europese, wereld en Olympische competities.
We volgen allemaal op TV het volleybal, het schaatsen, het turnen, het basketbal, het tafeltennis, het zeilen en tientallen andere prachtige sporten die we in Nederland rijk zijn.
Wat we wellicht niet zien, zijn de enorme (maatschappelijke) inspanningen die organisaties als Special Olympics en Gehandicapten Sport Nederland achter en voor de schermen doen. Maatschappelijke organisaties van topsportniveau in Nederland. Elke keer als ik de verhalen hoor, voel ik respect voor de sporter, de bestuurders en de duizenden vrijwilligers die dit mogelijk maken in Nederland. Ik gun alle sportbonden mooie sponsoren, maar deze twee organisaties verdienen extra support van het Nederlandse bedrijfsleven.
En toen kwam Covid19.
Competities onder druk, sporten als geheel onder druk, financiële begrotingen onder druk, mensen onder druk. De sportsector als onderdeel van de maatschappelijke rol onder druk. Sponsors die zich terugtrekken, leden die opzeggen, mensen met lichamelijke uitdagingen die weken, maanden binnen zitten.
Ik heb met bewondering gekeken naar de flexibiliteit, het aanpassingsvermogen, het ondernemerschap van sportorganisaties en bijhorende eventorganisaties. Natuurlijk is het geweldig dat een groot deel van de sportbonden door het mislopen van contributies, teamgelden en sponsorgelden aanspraak kon (en kan) maken op een noodwet en andere Covid-regelingen. Echter, het gaat niet alleen om #cash, de topsport, de breedtesport, de gehandicaptensport, de inclusiviteit en diversiteit, de maatschappelijk rol, ofwel de ambities om vooruit te gaan zijn overal gebleven. Ik vind dit bijzonder knap.
We gaan een tweede boekjaar in met bijzondere financiële ontwikkelingen in de diverse jaarrekeningen, met Covid-impact op resultaten 2021. We zullen robuust toezien op de juiste financiële verwerking van Covid in 2021, maar het gaat om het verhaal achter de cijfers.
Als Accountant in de Sport kan ik alleen maar zeggen: hulde! Wat een uitdagingen, wat een energie gaat er rond in sportorganisaties in Nederland. Dat mag ook best eens worden uitgesproken.